Actueel / Onderwijs

Een Leven Lang Ontwikkelen met Post Academisch Onderwijs in de Techniek bij het PAOTM

19-07-2022 4 minutenMarjet de Vries

Morgens ging in gesprek met Anne van Delft, directeur bedrijfsvoering van stichting Post Academisch Onderwijs Techniek en Management (PAOTM). In dit interview schetst Anne haar visie op Leven Lang Ontwikkelen en welke uitdagingen nog in het verschiet liggen.

Dit interview maakt deel uit van een serie gesprekken met onderwijsinstellingen en het werkveld over een Leven Lang Ontwikkelen. Hierbij kijken we zowel naar ontwikkelingen voor de komende vijf tot tien jaar als naar de successen en uitdagingen van vandaag.

Wat is PAOTM?

“PAO staat voor Post Academisch Onderwijs. In Nederland zijn diverse PAO’s en wij verzorgen Post Academisch Onderwijs in Techniek en Management. We zijn 70 jaar geleden ontstaan aan de TU Delft. Toen waren er nog drie PAO’s die onderdeel waren van een aantal faculteiten (o.a. bouwkunde en civiele techniek). Ongeveer 20 jaar geleden zijn deze PAO’s afgesplitst en met elkaar gefuseerd naar een onafhankelijke stichting zonder winstoogmerk. Met als missie om nieuw ontwikkelde kennis op het gebied van techniek te bundelen en beschikbaar te stellen aan professionals.” Later zijn daar cursussen persoonlijke effectiviteit en leiderschap aan toegevoegd, specifiek gericht op ingenieurs en professionals in technisch georiënteerde bedrijven.

Wie is jullie doelgroep?

“Onze doelgroep bestaat voornamelijk uit HBO+ en academisch geschoolden die zijn afgestudeerd in een technisch vakgebied en zich de laatste kennis eigen willen maken of juist hun technische kennis willen verbreden. We hebben daarnaast zoals gezegd ook cursussen gericht op het ontwikkelen van soft skills. Je kunt namelijk heel goed zijn in de techniek, maar we merken dat ook het overbrengen van die kennis en het goed kunnen samenwerken in multidisciplinaire teams voor ingenieurs erg belangrijk is. Daarom werken we met een partner met veel ervaring in technische bedrijven om goed aan te sluiten bij de uitdagingen die ingenieurs tegenkomen.”

Hoe pakken jullie LLO-onderwijs aan?

“We werken met programmamanagers die zijn afgestudeerd in een bepaald vakgebied en de ontwikkelingen op dat vakgebied volgen. Maar we krijgen ook tips van docenten en uit het bedrijfsleven over nieuwe onderwerpen voor cursussen en voor sommige vakgebieden werken we met adviesraden. We hebben inmiddels meer dan 150 cursussen, vooral in de waterbouw, geotechniek, civiele techniek en bouwkunde. Binnen die vakgebieden hebben we een breed netwerk binnen de technische universiteiten. Daarnaast hebben we een viertal opleidingen van een jaar die afgesloten worden met een examen. Vaak moet je die opleiding gehaald hebben wanneer je een volgende stap in je carrière wilt zetten.

Een deel van onze cursussen is ook gelieerd aan het constructeursregister, zodat deelnemers punten ontvangen bij afronding van een cursus. Tot slot breiden we ons aanbod op dit moment uit binnen de vakgebieden werktuigbouw, materiaalkunde & maritiem en energie- en elektrotechniek. In onze cursussen en opleidingen zoeken we telkens de link tussen het overbrengen van de laatste wetenschappelijke kennis en de toepassing daarvan in de praktijk. We richten ons daarbij op kleine, klassikale groepen. Dat is een niche waar universiteiten zich tot op heden minder op richten.”

Jullie werken samen met docenten van de technische universiteiten, die ook via de universiteit kennis kunnen overdragen aan professionals. Wat maakt dit aantrekkelijk voor universitair docenten?

“Universiteiten waren vooral gericht op reguliere studenten en minder op professionals, al zijn er natuurlijk uitzonderingen. Nu zie je dat meer universiteiten de beweging maken naar LLO-onderwijs in verschillende vormen: online, blended, klassikaal. Wij richten ons vooral op kleinschalig, klassikaal onderwijs. De docenten die bij ons cursussen verzorgen (we hebben ook docenten van de HBO kenniscentra overigens) vinden het heel leuk om hun kennis met de praktijk te delen en les te geven aan professionals. De dynamiek is anders dan in het reguliere onderwijs en ze krijgen input over de uitdagingen en oplossingen in het werkveld. We zien dat onze docenten dat echt heel leuk en afwisselend vinden en er daardoor graag tijd voor maken naast hun drukke werkzaamheden. Wij zijn daarin faciliterend. PAOTM neemt de organisatie uit handen zodat de docent zich volledig kan richten op het delen van zijn kennis en expertise.”

Hoe zien jullie de verhouding tussen PAOTM en private partijen?

“We verhouden ons tot elkaar. We zien bijvoorbeeld in de regio Eindhoven dat er een aantal bedrijven is dat technische cursussen aanbiedt. In Eindhoven zijn deze vooral gericht op high-tech en precision engineering vanwege de focus hierop in deze regio. Wij zijn sterk gericht op het bieden van kwaliteit en het behouden van onze goede reputatie. Onze docenten zijn vaak jarenlang trouw aan PAOTM en onze doelstelling van kennisdeling zonder winstoogmerk wordt erg gewaardeerd, ook bij onze cursisten. Wij vinden het belangrijk om bij te dragen aan innovatie en vernieuwing in Nederland en Vlaanderen door beschikbare kennis toegankelijk te maken voor iedereen.”

“We zijn geen onderdeel van de technische universiteiten. Onze kleinschaligheid en platte organisatie maken het mogelijk dat we snel kunnen schakelen en wendbaar zijn. Tegelijkertijd hebben we een groot netwerk binnen de universiteiten en werken we samen met toonaangevende kennis- en onderzoeksinstituten.”

In het bestuur van PAOTM zit een afvaardiging vanuit de drie technische universiteiten. In hoeverre komt de LLO-ambitie van universiteiten terug bij POATM?

“Er is momenteel veel aandacht voor LLO maar de meeste universiteiten waren al langer betrokken bij het opleiden van professionals. Een aantal PAO’s zijn nog steeds onderdeel van een universiteit maar zoals gezegd zijn wij sinds een tiental jaren een onafhankelijke stichting met vertegenwoordigers van de drie technische universiteiten in ons bestuur. De overige bestuursleden zijn van het KIVI en NLIngenieurs.

We volgen de landelijke ontwikkelingen en zien onszelf als aanvullend en onderscheidend aan het aanbod van de universiteiten. De grote mate van autonomie aan de universiteiten betekent dat docenten veelal zelf kunnen bepalen hoe ze hun kennis beschikbaar stellen aan de maatschappij; een vorm van valorisatie. Er is ruimte voor alle vormen van onderwijs waarbij PAOTM actief is in specifieke vakgebieden en we ons vooral richten op korte, kleinschalige en klassikale cursussen van een tot zes dagen. In de meeste gevallen zonder examen waardoor professionals efficiënt en in korte tijd de gewenste kennis opdoen en een netwerk opbouwen met hun medecursisten. Hierdoor zijn ze zo min mogelijk afwezig op hun werk en kunnen ze de opgedane kennis gelijk toepassen.”

Hoe ziet LLO er over tien jaar uit?

“We zijn de afgelopen jaren steeds meer een diensteneconomie geworden, maar ik heb het idee dat dat begint te draaien.”

“De energietransitie en wens om vaker in Nederland te produceren resulteert in een toenemend tekort aan ingenieurs waardoor er de komende jaren veel vraag zal zijn naar technische kennis. Aan ons om bedrijven en overheden te blijven overtuigen van het belang van LLO, ook als er een tekort aan personeel is.

Universiteiten zijn over tien jaar ook verder met hun aanbod voor professionals gezien de grote aandacht die daar nu voor is. Ook PAOTM zal haar aanbod verbreed hebben en ik verwacht dat er veel vraag zal zijn naar het aanbod van zowel universiteiten als stichtingen en private partijen. Ik verwacht niet dat de vraag heel sterk gaat toenemen op HBO+ niveau ondanks de toenemende aandacht voor LLO. Deze groep professionals is grotendeels al langer bewust bezig met hun eigen ontwikkeling en carrière. Voor cursisten is het belangrijk dat ze kunnen kiezen uit verschillende aanbieders en vormen van onderwijs. Uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde doel, alleen de manier waarop we het brengen en geven is soms verschillend.”

Van gedachten wisselen?

In deze interviewreeks gaan we met onderwijsinstellingen en het werkveld in gesprek over het thema Leven Lang Ontwikkelen. Wil je van gedachten wisselen over dit onderwerp of neem je graag deel aan deze interviewreeks? Neem dan contact op met Koen Janmaat, Marjet de Vries of Stef Smits.

Koen Janmaat

janmaat@morgens.nl

Send an E-mail

Marjet de Vries

devries@morgens.nl

Send an E-mail

Stef Smits

smits@morgens.nl

Send an E-mail

Meer over Leven Lang ontwikkelen

Dit interview maakt deel uit van een serie gesprekken met onderwijsinstellingen en het werkveld over een Leven Lang Ontwikkelen. Hierbij kijken we zowel naar ontwikkelingen voor de komende vijf tot tien jaar als naar de successen en uitdagingen van vandaag. De andere interviews uit de reeks lees je hier:

Meer lezen?

Lees meer over Leven Lang Ontwikkelen.

Bekijk alle artikelen
Interview

Morgens ondersteunt De Haagse Hogeschool in de pilot Microcredentials

01-12-2023 3 minuten
Lees meer
Artikel

Zo optimaliseer je onderwijslogistiek: de strategie voor een succesvolle transformatie

31-10-2023 7 minuten
Lees meer
Artikel

Zo optimaliseer je onderwijslogistiek: een case study van de Universiteit van Amsterdam

03-08-2023 3 minuten
Lees meer
Artikel

Wat de natuur je kan leren over veranderen

13-06-2023 4 minuten
Lees meer