Als je terugblikt op de afgelopen periode van Waarstaatjegemeente, waar ben je dan trots op?
“Ik ben vooral trots op de snelheid waarmee wij op dit moment op belangrijke thema’s partijen weten te verzamelen waarmee we data verkrijgen. Veel data kwam jaarlijks of zelfs met een frequentie van twee jaar beschikbaar. Door de invloed van corona en door ‘omdenken’ wisten we de frequentie te verhogen. In sommige gevallen zelfs naar maandelijks. Hogere frequenties zijn zelfs ook mogelijk.” Dit was twee jaar terug niet voor te stellen, aldus Korald.
Een voorbeeld is het thema economie. Daar luidde de vraag van gemeenten of het aantal werklozen en het gebruik van regelingen zou toenemen. Het gaat hier om de WW-uitkering en de Tozo-regeling. Het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) publiceert normaliter de cijfers jaarlijks, maar verkrijgt de data maandelijks. Omdat er door corona een grotere urgentie was om hier actuele data van beschikbaar te hebben, is gekeken of het frequentieniveau omhoog kon. Dat was mogelijk. De cijfers worden nu maandelijks gepubliceerd.
Deze urgentie is goed om meer data beschikbaar te maken en het gebruik ervan door gemeenten mogelijk te maken. Korald: “Zo is ook een ‘Data Dreamteam’ gevormd van verschillende gemeenten. Zij denken mee over de data die ontsloten moest worden. Binnen anderhalve week stond een eerste versie van het coronadashboard met zes indicatoren. Dat is gaaf om te zien. Ook omdat het onze ogen heeft geopend om gemeenten veel eerder in het denkproces te betrekken en feedback te krijgen. Kortom, we staan veel dichter bij onze gebruiker.”
Wat is het team van Waarstaatjegemeente in de coronaperiode anders gaan doen?
“In een periode waar niemand het echt wist, merkten we dat er meer gekeken werd naar de VNG en dat we gezien werden als inspirator. Zo bevatte het Data Dreamteam grote gemeenten die aangaven waar zij mee stoeiden en zijn de data en indicatoren uit het coronadashboard door veel grote gemeenten gebruikt, terwijl zij meestal hun eigen dashboards maken en volgen.
VNG is meer gaan fungeren als partner en denktank. We gaan dieper op thema’s in door bijvoorbeeld de nasleep van corona ook inzichtelijk te maken. Dat doen we landelijk door het dashboard sociale impact corona. Op gemeentelijk niveau doen wij dat door de gevolgen op het gebied van economie, financiën, onderwijs en het sociaal domein in kaart te brengen. Een nieuwe indicator die uit de coronacrisis voortvloeide is de indicator ‘potentieel nieuwe economische kwetsbaren’. Een nieuwe groep kwetsbaren die we per gemeente en op wijkniveau in kaart brengen.
Ondanks dat corona veel ellende heeft veroorzaakt, heeft het voor ons veel deuren geopend. We zijn als VNG Realisatie veel hechter geworden in de samenwerking met VNG Beleid en gemeenten. Een call van een uurtje is makkelijker tussendoor te plannen, waardoor gemeenten die voorheen niet aanhaakten nu ook massaal meepraten en meedenken.”
Hoe hebben gemeenten het coronadashboard gebruikt en toegepast?
“We zagen dat Waarstaatjegemeente de spil is naar nog meer informatie en dat bepaalde indicatoren ter aanvulling van onderzoeken werden gebruikt. Ook werd data van Waarstaatjegemeente gebruikt in gemeenteraden. Denk aan de IV3-data, een brede financiële dataset wat er al lag.
[IV3-data zijn open data die vanuit het CBS beschikbaar zijn gesteld. Het betreft financiële gegevens van gemeenten, gemeenschappelijke regelingen, provincies en waterschappen voor begrotingen en kwartaal- en jaarrekeningen.]
De data plozen wij uit voor gemeenten. Zo werd inzichtelijk gemaakt dat grote gemeenten parkeerinkomsten misliepen door corona. Dat gold ook voor de opbrengsten van vakantieparken voor gemeenten. Het bleek een flinke financiële aderlating te zijn, die met Waarstaatjemeente nu ook daadwerkelijk is onderbouwd door de IV3-data uit te pluizen en op een andere manier te analyseren. Het gemis aan inkomsten is niet langer een onderbuikgevoel.”
Als coördinator van Waarstaatgemeente coördineerde jij dit allemaal. Hoe zou jij jouw rol omschrijven?
“Data is een technische wereld. Als je er niets van snapt, heeft dat niets met intelligentie te maken. Ik heb zelf geen echte technische achtergrond, maar ik ben goed in het laagdrempelig en toegankelijk maken van data. Dat is essentieel, want als ik het niet snap, dan snapt een gemeente het waarschijnlijk ook niet. Het is mijn rol om de data zo te krijgen dat medewerkers van gemeenten die niet iedere dag met data werken het snappen.
Ik vind het belangrijk om oog te hebben voor de menselijke maat en in gesprek te gaan over de vraag waar een antwoord op nodig is. Data is slechts één kant van het verhaal. Je wilt dat mensen de data ook gaan gebruiken. Dat kan alleen als zij het snappen. En dat is van belang omdat data aan gemeenten eenzelfde basis geeft om te zien hoe zij het doen ten opzichte van andere gemeenten.”
Dan de laatste vraag, welke uitdaging zie jij met betrekking tot data?
“We zien dat bepaalde gegevensstromen lastig zijn om te creëren. Het gaat dan bijvoorbeeld om een directe datalink met gemeenten, in plaats van dat we de gemeentedata via diverse databronhouders krijgen. Inhoudelijk zien we dat de thema’s duurzaamheid en wonen bijvoorbeeld erg actueel zijn. Voor deze thema’s zijn wij volop bezig data te verzamelen. We willen hiermee ook prognoses gaan maken. Het zou interessant zijn als een directe verbinding gelegd kan worden met gemeenten om hun data direct aangeleverd te krijgen zonder een tussenpartij. Zo kunnen we nog sneller inspelen op de behoeften van onze gebruikers.”