Actueel / Onderwijs
Opleiden voor banen die nog niet bestaan
Volgens het onderzoek De toekomst van werk 2030 van PwC loopt 21% tot 35% van alle banen in Nederland het risico om binnen nu en 10 jaar geheel of gedeeltelijk te verdwijnen door automatisering. De technologische en digitale ontwikkelingen gaan razendsnel.
Hogescholen leiden studenten op voor de banen die het werkveld, waaronder het bedrijfsleven, aanbiedt. Op dit moment lijkt de ‘b’ in het hbo echter een steeds groter spanningsveld met zich mee te brengen. Want hoe kan het hbo studenten opleiden voor beroepen waarvan zij nu nog niet kunnen voorzien of deze over 10 jaar nog wel bestaan? En hoe maken de opleidingen zich nieuwe technieken en ontwikkelingen eigen die nu nog niet zijn uitgevonden, maar over een paar jaar common knowledge zijn?
Samenwerking op verschillende manieren
Het verstevigen van de samenwerking tussen het onderwijs en het werkveld is één van de manieren waarop hogescholen proberen te anticiperen op deze ontwikkelingen. Als programmamanager van het ICT Campus programma, een samenwerkingsverband tussen ICT-bedrijven in de regio Foodvalley, overheid, en onderwijsinstellingen als de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) en de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), kom ik die samenwerking op verschillende plekken tegen. Ik noem er een aantal:
Samenwerking binnen inhoudelijke onderwijsprogramma’s
Dit geldt onder andere voor studentstages en gastcolleges door het bedrijfsleven. Een ander voorbeeld zijn de ‘Labs’ of ‘werkplaatsen’ die je op veel hogescholen vindt. Hier worden op projectmatige wijze real live praktijkopdrachten ingebracht in het huidige onderwijscurriculum. Groepen studenten, vaak van verschillende opleidingen, werken een bepaalde periode aan actuele vraagstukken die door het (regionale) bedrijfsleven zijn ingebracht. Binnen het ICT Campus Programma werken partners samen binnen zo’n lab, het ICTLab4Foodvalley;
Samenwerking bij het ontwikkelen van nieuwe opleidingen
Een nieuwe opleiding ontwikkelen, geeft ruimte om de samenwerking met het bedrijfsleven een structurele plek te geven in het onderwijs. Op organisatorisch niveau, bijvoorbeeld door jaarplanningen gezamenlijk met het bedrijfsleven uit te werken, maar ook op bestuurlijk niveau, door bedrijven inspraak te geven in de keuze van bepaalde vakken;
Samenwerking in het kader van ‘leven lang leren’
Onderwijs stopt niet meer na het vinden van een baan. Vooral nu de technologische ontwikkelingen zo snel gaan, wordt bij- of omscholen steeds belangrijker. Bedrijven en onderwijsinstellingen vinden elkaar bij het ontwikkelen van bepaalde (specialistische) minoren, deelopleidingen of Associate Degree-trajecten, waarbij leren in de praktijk centraal staat.
Geformaliseerde samenwerkingen in samenwerkingsverbanden
Een mooi voorbeeld is het ICT Campus Programma. Dit is een driejarig samenwerkingsprogramma met als doel dat de regio Foodvalley dé ICT banenmotor is met een optimaal vestigingsklimaat voor ICT-bedrijven en top ICT-onderwijs. De partners werken samen binnen allerlei projecten en activiteiten en hebben in een convenant afspraken gemaakt over hun (financiële) bijdragen. Door als hogeschool in zo’n samenwerkingsverband actief te zijn, leren zij de behoeften en uitdagingen van het werkveld goed kennen en weten ze elkaar makkelijk te vinden.
Uitdagingen in samenwerking
De samenwerkingsvormen die ik tegenkom, staan niet op zichzelf: in het hele land zijn hogescholen in meer of mindere mate bezig de relatie met het werkveld te verstevigen. Daarbij stuiten scholen vaak op een aantal hobbels:
- Scholen zijn grote organisaties, waarbij zaken als planning, roostering en de inrichting van het onderwijscurriculum ver vooruit geregeld zijn. Het bedrijfsleven heeft vaak een veel snellere dynamiek: zij verwachten dat wanneer zij een praktijkopdracht voor studenten inbrengen, het een paar weken later geregeld is, terwijl in de schoolplanning er over 6 maanden weer ruimte is;
- Regelmatig blijft de samenwerking ‘hangen’ op een paar enthousiastelingen die het belang van de samenwerking inzien, maar het lastig vinden om dit vervolgens op te schalen. Dit geldt voor zowel medewerkers op de scholen als de ondernemers. Het risico is dat zij beiden het gevoel hebben veel energie te steken in iets dat niet verder komt en daardoor weer afhaken;
- Voor docenten betekent de verstevigde samenwerking met het bedrijfsleven vaak een nieuwe manier van werken. Studenten samen laten werken aan opdrachten van het bedrijfsleven, vraagt meer een coachende dan een kennisoverdragende houding. Ook kan het bedrijfsleven in de klas betrekken spannend zijn, want wat als het bedrijf veel actuelere kennis meeneemt dan die je zelf als docent bezit?
Eerste stappen naar een stevigere verbinding tussen onderwijs en bedrijfsleven
In sommige sectoren of regio’s zie je dat bedrijven die tegen deze hobbels aanlopen, eigen opleidingen opzetten om de zoektocht naar juist geschoolde medewerkers voor te zijn. Hogescholen blijven deze nieuwe opleidingen voor, door gezamenlijk de uitdagingen aan te gaan.
Daarin zijn een aantal voorwaarden voor samenwerking belangrijk:
- Ga op zoek naar de gezamenlijke ambitie. Spreek dit uit en stel vast wat voor consequenties deze ambitie heeft voor de school. Is de ambitie om hét ICT-Centrum van de regio te worden, dan betekent dit dat de hogeschool ervoor zorgdraagt dat zij gekwalificeerde ICT-studenten aflevert. De top van de hogeschool moet zich gecommitteerd voelen aan deze ambitie en dit uitdragen;
- Steek veel tijd in de relatie. Door elkaar te leren kennen en goed te begrijpen waarom iemand deze samenwerking aangaat, heeft de samenwerking veel meer kans van slagen. Zorg ervoor dat dit contact zich niet beperkt tot één persoon in de school, bijvoorbeeld via een bevlogen docent, maar beleg dit zowel bij het management als binnen het onderwijs zelf;
- Organiseer het effectief. Maak een team of medewerker verantwoordelijk voor de samenwerking. Door het bijvoorbeeld te beschouwen als een project of programma, zijn er medewerkers dedicated bezig met het laten slagen van de samenwerking. Hier horen ook financiële middelen of tijdsinzet van medewerkers bij. Indien de hogeschool meedoet in een samenwerkingsverband, kan een deel van het werk ook via dit verband worden georganiseerd. Maar ook dan blijft het belangrijk dat er ook in de organisatie zelf voldoende tijd, aandacht en geld is vrijgemaakt voor de samenwerking;
- Maak de samenwerking zichtbaar. Laat zien welke resultaten geboekt worden en hoe medewerkers en management daar zelf ook aan kunnen meewerken. Geef daarnaast helder aan wat deze samenwerking betekent voor de manier van werken: er zullen taken bijkomen, maar daartegenover staat dat er ook werkzaamheden zullen verdwijnen.
Meer weten?
Wil je meer weten over Lean in het onderwijs? Neem contact op met Koen Janmaat.