Actueel / Onderwijs
“Lesgeven kun je alleen doen, maar onderwijs geef je samen”
Paul Stallenberg, directeur HR, is inmiddels tien jaar werkzaam bij Zuyd Hogeschool. Hij heeft in die tijd vaak vooruitgekeken naar de ontwikkelingen in het onderwijs. Hij is helder als we hem bevragen over het hoger beroepsonderwijs van Morgen: “Het hbo maakt zich los van de vaste structuren en sluit steeds beter aan bij de vraagstukken uit het bedrijfsleven. Dit vraagt om andere competenties van docenten, leiders en de organisatie eromheen”. Daarnaast gaat Paul in op uitdagingen als het gaat om HR, verbindend leiderschap en continu verbeteren.
Het onderwijs van Morgen
Dit interview maakt deel uit van een serie gesprekken met bestuurders en andere gezichtsbepalende personen in de onderwijssector over ‘het onderwijs van Morgen’. Hierbij kijken we zowel naar de ontwikkelingen in de sector voor de komende vijf jaar als naar de situatie van vandaag, om vervolgens te bepalen wat er nodig is om van vandaag naar morgen te bewegen.
Communities waar medewerkers, studenten en werkveld samenkomen
“De toekomst van het hoger onderwijs gaat over verbinding. Onze medewerkers, de studenten en het werkveld komen dichter bij elkaar.” Paul voorziet een ontwikkeling richting communities, waarin deze driehoek elkaar treft: “De student komt in een steeds meer representatieve werkomgeving te studeren. Binnen onderwijscommunities vindt afstemming, uitwisseling en vernieuwing plaats. De student die succesvol toetreedt tot het beroepenveld, staat hierbij centraal. Deze student is logischerwijs bekwaam in een vak of beroep, maar sluit ook qua competenties aan bij waar in het beroepenveld vraag naar is.”
In de communities is de hogeschool de specialist op de onderwijscomponent: “Wij moeten het onderwijs aanbieden op een didactisch, kwalitatief en inhoudelijk goed niveau. Het moet uitdagen, maar ook goed ‘studeerbaar’ zijn.” Daarmee bedoelt Paul dat de student ‘er niet twintig uur naast kan werken bij de Albert Heijn’, maar ook dat er niet teveel langstudeerders ontstaan: “Zo helpt de hogeschool bij het bevorderen van de economische ontwikkeling in de regio, maar bewaakt ze ook haar eigen bestaansrecht.”
“De toekomst van het hoger onderwijs gaat over verbinding. Onze medewerkers, de studenten en het werkveld komen dichter bij elkaar.”
Muren tussen opleidingen vallen weg
Ook de structuur van de opleiding en het opleidingsteam zullen de komende jaren veranderen. Paul stelt daarover: “De context waarin onderwijs wordt aangeboden, is de opleiding. Deze was altijd hard ommuurd. We merken een beweging waarbij die muren breken en wegvallen. Er ontstaan zo bruggen tussen bijvoorbeeld het tech-domein en de zorg, of tussen de kunsten en de economie. Mijn verwachting is dat deze ontwikkeling zich de komende jaren doorzet. Je komt dus ook met andere mensen samen te werken.”
Paul beschouwt de lectoraten als een belangrijk knooppunt tussen de eigen organisatie en het beroepenveld: “Allereerst heeft een lectoraat met de uitkomsten van het onderzoek directe impact op het onderwijs. Daarnaast is het een middel waarmee het onderwijs zich spiegelt aan de vakinhoudelijke vragen die leven bij de studenten. En ten derde, verbindt het toegepast onderzoek met de werkpraktijk die de studenten bij toetreding tot het beroepenveld tegenkomen. Daarom moeten de medewerkers van Zuyd actief verbinden met het beroepenveld.”
De toekomst van Zuyd begon gisteren
In het gesprek met Paul blijkt dat Zuyd nu al anticipeert op de groeiende verbinding met het beroepenveld. Een viertal voorbeelden ter inspiratie:
- Kunstenfaculteit als voorbeeld van uitwisseling met het beroepenveld
Paul: “Van oudsher werd je op de kunstfaculteit al de beste saxofonist, violist of beeldend kunstenaar. De hogeschool zorgde daarbij voor de beste musici als docent. De studenten kregen (en krijgen) tijdens hun studie al een podium. Door nu ook bruggen te slaan naar andere opleidingen, wordt onder meer de economische kant en ondernemerszin van de muzikant en kunstenaar gevoed.” De crossovers tussen opleidingen én de combinatie van onderwijs en praktijk zijn van essentiële waarde voor dit type student: “Zo is er meer dan een droge boterham mee te verdienen.” - Bèta en ICT op de tech-campus
Paul: “Chemelot is een industriecomplex bij Sittard-Geleen, met onder meer het DSM-terrein. De docenten en studenten van onze technische opleidingen werken er samen met bedrijven aan vraagstukken die real-life spelen. Ook de universiteit en het mbo zijn er gevestigd. Zo verbinden we niet alleen vanuit de inhoud, maar zijn we ook fysiek dichter bij elkaar dan binnen de muren van een hogeschool mogelijk is.” - Praktijkopdrachten in leerbedrijven
Paul: “De voorgaande voorbeelden betreffen ‘maak-praktijken’. Het economisch en juridisch domein kent juist de meer kennisgedreven vakken. In die domeinen zijn leerbedrijven opgericht, zoals het Legal Lab. Het bedrijfsleven draagt er betaalde opdrachten aan voor de studenten. Studenten maken zo kennis met de praktijk en voegen direct waarde toe aan hun toekomstige werkveld.” - Verbinden in de regio met lectoraten
Paul: “De verbinding met de omliggende regio is van grote waarde voor de hogeschool. Deze vormt het bestaansrecht van Zuyd. Enerzijds omdat een belangrijk deel van de studenten uit de regio komt. Anderzijds omdat het voor de regionale economie van waarde is als deze professionals voor de regio behouden blijven. Ons lectoraat Employability is een voorbeeld van directe uitwisseling met de regio. Dit doet in samenwerking met andere instituten jaarlijks onderzoek naar de arbeidsmarkt in de regio.”
Veranderen om klaar te zijn voor Morgen
De voorbeelden in bovenstaand kader tonen dat Zuyd in haar aanbod en samenwerkingen al acteert naar wat de toekomst vraagt. Hoe ziet Paul dat terug in de breedte van de organisatie?
“Wij zitten op dit moment in de fase van bewustwording. Bij het doorvoeren van de volgende stappen komt meer focus te liggen op het proces rondom de mensen.” Daarbij voert Zuyd, zoals Paul zelf stelt, een stevige HR-agenda: “Het gaat erom dat de juiste mensen op het juiste moment op de juiste plek het werk kunnen doen. En die momenten veranderen, dus verandert ook de definitie van ‘de juiste mensen’.” Duurzame inzetbaarheid, strategische personeelsplanning en professionalisering zijn sinds 2011 al pijlers in het HR-beleid van Zuyd. “En dat blijft ook zo in de strategie voor de komende jaren”, vult Paul aan.
Paul koppelt hieraan een viertal thema’s voor het onderwijs van Morgen:
1 Continu Verbeteren
“De hogeschool bevindt zich in de planfase van een ‘Plan Do Check Act’-cyclus van Continu Verbeteren. We weten waar we naartoe moeten. Het is nu een kwestie van onderzoeken hoe we dat gaan doen en hoe we dat toetsen. Oftewel, hoe gaan we ervoor zorgen dat de docenten en hun teams dit kunnen waarmaken zodat we over vijf jaar nog steeds die toegevoegde waarde met passie leveren?”
Het is volgens Paul wel zaak om door te pakken in de volgende fasen in de cyclus: “Het doel is om het onderwijs beetje bij beetje van meer kwaliteit te voorzien. We moeten elke dag een stapje beter worden en zorgen dat ieder zijn of haar verantwoordelijkheid pakt in dit proces.”
2 Eigenaarschap en leiderschap
Teams krijgen in de komende jaren nadrukkelijke aandacht. “Lesgeven doe je alleen, maar onderwijs geef je samen. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het organiseren van onderwijs met de juiste kwaliteit ligt in de teams. Van de leiders vragen we om daarin te ondersteunen en te helpen verbinden.”
Het gaat daarbij primair om de onderlinge verbinding tussen collega’s in de teams en binnen de organisatie. Paul ziet voor de leiders echter ook een rol bij de verbinding met de studentvraag: “De teams bewegen naar zelforganisatie. Elk van de medewerkers moet in een spiegel durven kijken en zichzelf toetsen op de eigen competenties en vaardigheden. Hoe kan ík bijdragen aan het team en het onderwijs dat we als team aan de student opleveren? Dit is een uiting van eigenaarschap, waar leiderschap in moet ondersteunen.”
3 Gezamenlijke visie en doelen
HR stapt in haar ondersteuning aan de leiders af van het blauwdrukdenken en -handelen: “We koersen vanuit een gezamenlijke visie. Dit houdt in dat we weten waar we naartoe bewegen, maar dat we dat in verschillende tempo’s doen. Je zou kunnen zeggen dat we allemaal zwemmen, maar wel in een zwembad waarin ieder hetzelfde doel heeft. En dus niet in een oceaan, waar iedereen alle kanten op kan.”
4 Onderwijslogistiek op orde
Voor de ontwikkeling in de onderwijsteams is er focus. Maar hoe is dat voor de ondersteunende medewerkers? “De geschetste aanpak vraagt om randvoorwaarden die op orde zijn. Dat betekent een efficiënte onderwijslogistieke ondersteuning. Die is mogelijk als onderwijsgevend en ondersteunend personeel elkaar kennen. Het ondersteunend personeel zet zich in de gewenste situatie in voor kwaliteit en efficiëntie, met een scherp beeld van wat waarde heeft voor de relaties in het onderwijs. Dat zijn zowel de collega als de student.”
Krimp in de regio als extra uitdaging
De locaties van Zuyd Hogeschool liggen in Zuid-Limburg. De circa 2.000 medewerkers en ruim 14.000 studenten werken en studeren in Heerlen, Maastricht en Sittard. De regio kent een demografische krimp. Die krimp maakt het tot een uitdaging om als hogeschool rendabel te blijven en goed onderwijs voor een goede prijs te blijven aanbieden. Ook hier moet Zuyd op inspelen. Dat doet de hogeschool op de volgende wijze:
- Digitaliseren
Paul: “We zijn scherp op onze processen. Door te digitaliseren zijn we slimmer georganiseerd. Het helpt ons ook om kosten te besparen en concurrerend te blijven.” - Leven lang leren
Paul: “We boren ook andere markten aan en staan open voor andere doelgroepen. De associate degrees en de deeltijd- en duale opleidingen zijn voorbeelden van onderwijsaanbod dat voor de reguliere hogescholen een antwoord vormt op de groeiende vraag om een leven lang te leren.” - Euregio
Paul: “We liggen gunstig ten opzichte van bepaalde regio’s in Duitsland en België. We spelen in op kansen die dat voor ons biedt.” - Cultural awareness
Paul: “Met de huidige en komende generaties studenten komt een nog bredere wereldoriëntatie. Tijd en afstand zijn minder relevant voor ze, waardoor ze ook de sprong naar elders in de wereld maken. Daar is het leven anders. Dat vraagt om cultural awareness en dat moeten we inbedden in ons onderwijs.”
Het interview met Paul Stallenberg is onderdeel van een serie gesprekken over het hoger onderwijs van Morgen. Eerder sprak Morgens met Dick Pouwels (HAS) en Peter van Dongen (Hogeschool Van Hall Larenstein).
Meer weten?
Wil je meer weten over het hoger beroepsonderwijs van Morgen? Neem dan contact op met Koen Janmaat.