Actueel
Innovatie bij VWPFS en ANWB: 5 lessons learned
Morgens organiseert regelmatig inspirerende sessies om kennis uit te wisselen. Zo vond recent een uitwisseling over innovatie plaats tussen de ANWB en Volkswagen Pon Financial Services (VWPFS). Van ‘automaatje’ tot ‘connected car’: een diversiteit aan onderwerpen passeerde de revue.
Dit is mijn top 5 van ‘lessons learned’:
1. Definieer duidelijk wat innovatie is
Innovatie is een breed begrip. Daarom is het belangrijk om scherp te formuleren waarom de organisatie wil innoveren, wat wel en niet onder innovatie wordt verstaan, en waar de focus ligt.
Zo moeten veel organisaties innoveren om ook in de toekomst maximaal relevant te blijven voor hun klanten. Daarbij maakt ANWB onderscheid in vier soorten innovatie:
- Incrementele innovatie: versterking van bestaande technologieën en markten;
- Technologie-gedreven innovatie: ontwikkeling van nieuwe technologieën voor bestaande markten;
- Markt-gedreven innovatie: ontwikkeling van bestaande producten voor nieuwe markten;
- Radicale innovatie: ontwikkeling van nieuwe producten en diensten voor nieuwe markten.
Incrementele innovatie is de verantwoordelijkheid van de lijn. Grote organisaties richten zich over het algemeen niet op radicale innovatie. Die past niet bij de aard van de grote organisatie, het is meer iets voor start-ups. De innovatiestrategie van de meeste organisaties zou zich dan ook moeten richten op technologie-gedreven en markt-gedreven innovatie.
2. Think big
Er zijn duizenden ideeën. Zeker in een grote organisatie, moet je echter focussen op ideeën die enige massa vertegenwoordigen. Anders redden ze het simpelweg niet in de bestaande structuren en systemen van de organisatie.
Ter illustratie: als je 1 miljoen klanten hebt en een omzet van 500 miljoen euro, heb je niets aan een innovatie met een potentie van 10.000 klanten en 1 miljoen euro omzet. Zo’n idee is wellicht wel geschikt voor een kleinere organisatie.
3. Innovatie is van iedere medewerker, niet van een aparte afdeling
Met name in dienstverlenende organisaties, is er vaak geen aparte R&D-afdeling. Dit is vaak een bewuste keuze. Het bestaan van zo’n afdeling kan namelijk het gevoel oproepen dat daar alle innovaties vandaan moeten komen. Dat gevoel doet de kracht teniet van individuele medewerkers om mee te denken.
Wel is het zaak om een klein team te hebben dat het innovatieproces begeleidt. Dit team bewaakt de innovatiestrategie, onderhoudt contacten met externe partners en coacht medewerkers in het verder brengen van een idee. Ook rapporteert dit team richting de directie, bijvoorbeeld over de volwassenheid van de ideeën, bijbehorende investeringen en benefits.
4. Stel een gerichte vraag
De inzet van een ideeënbox zorgt vaak voor teleurstelling. Je krijgt 1000 ideeën waar je allemaal reactie en opvolging aan moet geven, terwijl er misschien maar 5 daadwerkelijk bruikbaar zijn. Niet, of niet goed, reageren op een idee van een collega kan dodelijk zijn voor de betrokkenheid.
Stel daarom een gerichte vraag. Bijvoorbeeld: “We willen proces x verbeteren, waarbij we gebruik blijven maken van het huidige systeem. Wie heeft een idee?” Zo’n gerichte vraag levert veel meer bruikbare input op en voorkomt teleurstelling.
5. Formuleer een toetsingskader en maak scherpe keuzes
Innovatie is een creatief proces. Je kunt echter structuren gebruiken om dat creatieve proces te versnellen. Zo helpen methodieken als Lean Canvas, Business Model Canvas, Omgevingsscans, Desing Sprints, Prototyping en Pilots om ideeën verder te brengen.
Maar ook de inzet van een duidelijk toetsingskader voor ideeën ondersteunt bij het maken van keuzes. In een dergelijk toetsingskader kan bijvoorbeeld staan hoe vernieuwend het idee is voor de organisatie, welk probleem het oplost en wat de impact van de innovatie is op het marktaandeel. Tegelijkertijd toets je hiermee wat het bijvoorbeeld vraagt van de medewerkers ten aanzien van kennis en vaardigheden. Aan al deze aspecten kun je op een vijfpuntsschaal scores toekennen, zodat je uiteindelijk tot een selecte groep ideeën komt waarmee je verder gaat.